Terwijl ik me in jou, stilte, bevind en zwijg, gebeurt het soms dat de hele werkelijkheid spreekt zoals ik ze nog nooit hoorde. Is het jouw nederigheid die hiertoe de ruimte verleent? Ik denk van wel. Als grote zwijgende ben jij de vertaler van gelijk welk spreken. Jij laat rivieren aan het woord. De grote bomen spreken met jou over hun dagelijkse zorgen. Bergen fluisteren jou hun geheimen in het oor. De aarde kreunt en jij schenkt troost. Het licht klopt zachtjes bij jou aan in de morgen en jij doet open.
Erik Galle, Als de stilte roept, Halewijn/Adveniat, p.48