Als ik U vaag, God,
wat Gij wilt dat ik doe,
dan zegt Gij me
dat ik moet bidden.

En als ik bid,
dan zegt Gij me
dat ik niet mag vergeten
met het gebed
ook iets te doen.

Ik denk dat ik die oproep
tot het andere
dan wat ik aan het doen ben
begin te verstaan.

Gij wilt niet het ene of het andere.
Gij verlangt dat ik me beweeg,
zowel in het ene als het andere
en van het ene naar het andere.

Uw voortdurend doorverwijzen leert me
dat Gij de bron van beide zijt.

Erik Galle, Getuigenis van leven. De benedictinessen van de priorij Onze-Lieve-Vrouw van Bethanië te Loppem, Halewijn, p. 48