Als het heilige
in het niet-heilige
zijn intrek neemt,
dan davert het huis.
Zo voelt het in mij.

Ik wankel
en ik aarzel.
De hele kijk
op mezelf
is aan diggelen
geslagen.
Wie ik ben geweest
was ik niet,
maar wie ik ben
versta ik nog niet.

Wat ik wel weet,
is dat Gij
het laatste woord
hebt over mij.

Ik kan alleen
nog luisteren
en zeggen:
‘Wees maar Uzelf in mij,
ik word mezelf
in U.’

Erik Galle, Woorden als psalmen, Halewijn/Adveniat, p. 85. 87