Niet door een of andere techniek toe te passen, doen monniken aan bewustzijnsverruiming. Ze hanteren een heel specifiek en doeltreffend middel: het beoefenen van de stilte. Ze hebben niets tegen woorden, maar de traditie toont hoe stilte een mens dingen leert die niet op een andere manier te leren vallen. Eigenlijk werkt stilte als een resetknop, de mens keert erdoor terug naar de ‘fabrieksinstellingen’, naar de toestand zoals hij uit Gods hand gekomen is. Een mens met de mogelijkheid open te staan voor wat verder ligt dan het zelf.

 Erik Galle, De voorafplek. Een therapeutische en monastiek traject,  Halewijn/Adveniat, p. 29