Ik heb het gevoel
dat de liefde
overloopt bij U.

Als ik niet beter
zou weten,
zou ik denken
dat ze weg wil
bij U.

Maar liefde
is nu eenmaal altijd
aangewezen
op een ander
om zichzelf te kunnen zijn.

Dit tekent U helemaal.
U bent pas volledig
als U in iemand
verblijf mag houden.

Ik wist niet wat er zou gebeuren
als ik ja zei tegen U.
Ik wist niet dat overvloed
een synoniem van liefde was.
U houdt geen maat,
verkwistend veel houdt U van mij.
U kan niet anders.
U gedeeltelijk geven, lukt U niet.
Ik dacht dat het de bedoeling was
dat ik mijn intrek zou nemen in U.
Maar U wilt geen ontsnappingsroute zijn.
U komt tot waar ik ben
en leert me dat U
daar al altijd was,
als de mogelijkheid
waar ik niet voor koos.
Erik Galle, Alles wat blijft, verandert. Een kunstzinnig overleg met God, Halewijn/Adveniat, p. 86 – 87