Als de eeuwigheid in de tijd komt, dan gebeurt er een wonder. Zo is het met Gods komst, als Hij in Jezus mens wordt. Zo is het ook wanneer ik de stilte werkelijk in me binnenlaat. Als de eeuwigheid de tijdelijkheid ontmoet, dan blijkt die zich niet te kunnen inhouden, alsof ze een rivier is die overstroomt. Ze maakt mijn leven doorzichtig.
Het resultaat in mijn ervaring is een vreemde combinatie. Ik voel me van belang en tegelijk ook heel klein. Ik voel me een deel van een keten die oneindig lang is. Een ontzettend klein onderdeel van een zoveel groter geheel. Maar als ik me afsluit voor het geheel, wordt wel de hele keten verbroken.
Erik Galle, Als de stilte roept,Halewijn/ Adveniat, p. 77