Gods onvolledigheid is de vertaling van wat het wil zeggen dat Hij liefde is. God wil zichzelf niet genoeg zijn, of anders gezegd: Hij kan zichzelf niet genoeg zijn omdat Hij liefde is. Dat we spontaan
aarzelen om onvolledigheid met God te verbinden, zegt veel over hoe we dat woord quoteren. We hebben de neiging het als een gebrek te beschouwen, en gebreken willen we niet met God verbinden. Maar onvolledigheid is dus geen gebrek. Ze leert ons dat het Zelf in God vanuit de Ander ontstaat en de onvolledigheid van de mens wijst in dezelfde richting.
Erik Galle, De voorafplek. Een therapeutische en monastiek traject, Halewijn/Adveniat, p. 102