Ik kan zo dubbel zijn, God,
tegenover U.
Ik laat U wel binnenkomen,
maar alleen
daar waar ik alles
mooi heb opgeruimd.

In de ruimte
daarachter
ziet het er
heel anders uit.

Het lijkt of U
bent afgeleid.
Ik versta U.

Ik verspil uw tijd
als ik U alleen daar toelaat
waar ik me mooier voordoe
dan ik werkelijk ben.

Gij zijt gekomen
om te zoeken
naar wat onaf is
en al datgene
wat ik angstvallig
verborgen houd.

Uw liefde is als licht,
ze gelooft
dat de donkerte
niet zonder haar kan.
In uw licht
zie ik licht.

Erik Galle, Neem niets mee voor onderweg. Kwetsbaarheid als beeld van God, Halewijn/Adveniat, p. 49