De nadruk in de tempel die we zijn, ligt niet in het brengen van offergaven. Dat lijkt alleen maar moeilijk. De grootste offerande is te durven stralen omdat Hij in ons aanwezig is. Dat is het toppunt van ontzag voor de hoge gast die in ons verblijft. Het is de genade die overstroomt en iedereen mag dat zien. Normaal komt een gast van buiten naar binnen. Bij God is het omgekeerd. Reeds vóór wij waren, was Hij er al. Hem verwelkomen wil zeggen dat we de deur in ons binnenste openen, zodat Hij naar buiten kan en ons hele wezen Hem tot thuis wordt.

 Erik Galle, Zienderogen. Een christen verkent, Averbode, p. 76