U bent geen inbreker, God,
maar een uitbreker.
U wilt uit de gevangenis
waarin ik U opsluit
in tal van woorden
en beweringen
over U.
U bent niet,
U wordt veel liever.
Het is uw liefde
die wil stromen
en het beu is
dat ik een dam opwerp.
Exodus bent U.
Een spoor van vruchtbaarheid
laat zien
waar U al bent geweest.
Woestijnen die bloeien
en het leven dat roept
waar de dood vroeger heerste.
Overvloed en gerechtigheid
zijn uw trouwe volgelingen.
Uw kracht is onbedwingbaar
als ze een bedding vindt
om zich in voort te bewegen.
Ik roep tot U:
‘Kom uit mij
en trek een spoor.
Ik volg U,
anders ben ik
helemaal verloren.’

Erik Galle, De voorafplek. Een therapeutische en monastiek traject, Halewijn/Adveniat, p. 164