Ik wil afstand nemen van U,
U verlaten zoals Gij
dat doet bij mij.

Maakt de dreiging
U alleen te laten
meer indruk dan mijn woede?

Gij komt tot mij,
zo stil dat ik
er sprakeloos van word.

Ik zie U wenen,
mijn hart wordt week,
onmacht aanschouw ik,
zo puur als ik ze nog nooit zag.

Onversneden gebrokenheid
omdat Gij liefde zijt.

Ik versta U.
Kon ik U troosten,
ik deed het.

Ik kan alleen
delen in uw pijn.
De keerzijde van onmacht
is niet macht, maar hoop.
Net zoals Gij,
klamp ik me daaraan vast

Erik Galle, Woorden als psalmen, Halewijn/Adveniat, p. 155. 157